Wat moet je weten?

We gebruiken persoonlijke verzorgingsproducten dagelijks, zoals shampoo, douchegel, tandpasta, billendoekjes, handzeep, zonnebrandcrème, make-up, nagellak, scheerschuim, aftershave, haarlak en deodorant.

Steeds meer mensen vragen zich af wat er allemaal in dit soort producten zit en wat die (chemische) stoffen doen. Niet alleen met je gezondheid, maar ook voor het milieu. In het nieuws en op sociale media is veel informatie te vinden over wat goed zou zijn en wat niet. Onduidelijk is vaak of het hier om feiten of meningen gaat.

Is fluoride in tandpasta nu wel of niet goed? Zitten er parabenen in billendoekjes voor baby’s? Wat doen nanodeeltjes in zonnebrandcrème? Zijn de microplastics in lenzenvloeistof, lippenstift en gezichtscrèmes eigenlijk wel ? Hoe gezond zijn de drijfgassen in spuitbussen? En kunnen de in nagellak, en aftershave eigenlijk kwaad?

Waarom zitten er chemische stoffen in persoonlijke verzorgingsproducten?

Het antwoord hierop is simpel. Als de chemische stoffen niet in de producten zouden zitten, dan werkt het product niet. Je tandpasta bederft, je shampoo ruikt naar niets, de vochtige doekjes prikken, je gezichtscrème is niet goed smeerbaar, je scheerschuim smeert niet en de kleur van je nagellak zit alleen onderin het flesje. Chemische stoffen verbeteren dus het product. Ze hebben een duidelijke functie. Het zijn , , , , zuurteregelaars en stoffen.

Aan welke eisen moeten persoonlijke verzorgingsproducten voldoen?

Het is goed om te weten dat alle persoonlijke verzorgingsproducten moeten voldoen aan het Nederlandse Warenwetbesluit Cosmetische Producten en aan de Europese Cosmeticaverordening (1223/2009/EG). Dit houdt in dat producenten ervoor moeten zorgen dat de producten veilig zijn bij . De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving door bedrijven.

Ingrediënten op het etiket

Een producent mag niet zomaar iets op het etiket zetten. Daar zijn regels voor. Zo is afgesproken dat in de Europese Unie en de Verenigde Staten zogenoemde INCI namen worden gebruikt op etiketten van persoonlijke verzorgingsproducten. INCI staat voor Internationale Naamgeving van Cosmetische Ingrediënten. Daarom vind je op de etiketten bijna altijd Engelse namen. Een veelgebruikte Engelse term is bijvoorbeeld ‘sodium’, wat in het Nederlands ‘natrium’ betekent. En woorden waarin je ‘ph’ ziet staan worden in het Nederlands vaak met een ‘f’ geschreven. Als er extracten of oliën van bloemen, vruchten en planten in een product zitten, dan staat de Latijnse naam van de plant op de verpakking. Voorbeelden hiervan zijn: helianthus anuus seed oil (zonnebloemolie) en butyrospermum parkii butter (shea boter). De meest gebruikte synoniemen van stoffen kan je terug vinden bij ‘Chemische stoffen’ of via de zoekfunctie.

Verder is afgesproken in welke volgorde ingrediënten op het etiket moeten staan. De chemische stof die het meeste erin zit, staat bovenaan. Wanneer de lijst ingrediënten begint met aqua, dan is water het grootste bestanddeel van het product. Ingrediënten die voor minder dan 1% in het verzorgingsproduct voorkomen, mogen in willekeurige volgorde op het etiket staan. Op het etiket moet ook staan hoelang een product houdbaar is.

Dierproeven

Sinds 2004 mogen er geen dierproeven meer worden gedaan met persoonlijke verzorgingsproducten. Dit staat in de wet. Sinds 2013 mogen ook de aparte chemische stoffen in persoonlijke verzorgingsproducten niet meer op dieren getest worden. Dit geldt voor alle persoonlijke verzorgingsproducten die op de markt gebracht worden in de Europese Unie.

Voorzorgsmaatregelen

Ondanks de eisen waaraan persoonlijke verzorgingsproducten moeten voldoen, kan het gebruik van deze producten soms tot allergische klachten leiden. Je slijmvliezen of je huid kunnen geïrriteerd raken. Denk bijvoorbeeld aan jeuk, bultjes en eczeem. Als je weet dat je allergisch bent voor een bepaalde stof, kan je beter kiezen voor persoonlijke verzorgingsproduct zonder die stof. 

Ingrediënten

Stoffen in persoonlijke verzorgingsproducten die vragen oproepen

In persoonlijke verzorgingsproducten zitten veel chemische stoffen die geen vormen voor de gezondheid. Over de veiligheid van een kleine groep chemische stoffen in persoonlijke verzorgingsproducten is er echter discussie. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn:

Natuurlijke ingrediënten

Als een chemische stof gemaakt is door de mens, dan is het een . Komt een chemische stof direct uit de natuur, dan is het een . Voor het lichaam maakt het geen verschil of een chemische stof door de natuur of door de mens is gemaakt. Zo is melkzuur geproduceerd door de melkzuurbacterie (‘natuurlijk’) niet te onderscheiden van het melkzuur uit de fabriek (‘synthetisch’). Sommige mensen denken bij de term ‘natuurlijk’ aan ‘gezond’. Maar natuurlijke stoffen zijn niet altijd beter dan synthetische stoffen. In de natuur komen ook chemische stoffen voor die schadelijk zijn voor mensen. Denk bijvoorbeeld aan natuurlijke (etherische) oliën. Deze kunnen huidklachten veroorzaken.

Tips

Lees het etiket

Wil je weten wat er in een product zit, bekijk dan de lijst met ingrediënten op het etiket. Gebruik een product altijd zoals aangegeven is op het etiket. Hier lees je meer over wat er op het etiket staat. Als je vragen hebt over chemische stoffen in een product, kan je deze stellen aan de producent van het product.

Houdbaarheid

Schrijf op het etiket wanneer je het product geopend hebt. Zo weet je hoelang je product nog zeker goed is.

Wil je geen spuitbussen gebruiken?

Koop dan bijvoorbeeld haarlak in een bus met een mechanische verstuiver of een deodorant in een roller, mechanische verstuiver of stick.

Melding maken?

Persoonlijke verzorgingsproducten zijn veilig, maar soms komen klachten in de vorm van lichte irritatie (jeuk, uitslag, rode ogen) of allergie voor. Huidklachten na het gebruik van een product kan je melden bij het Meldpunt voor cosmeticaklachten.

Informatie op het etiket

Keurmerken

Er zijn geen keurmerken of certificeringen speciaal voor persoonlijke verzorgingsproducten. Wel zijn er veel keurmerken die aangeven of een product een natuurproduct is, zoals:

  • Producten met het Europees biologisch keurmerk voldoen aan de eisen en regels van de Europese Unie voor biologische producten. Zo moeten deze producten onder andere voor 95% bestaan uit biologische ingrediënten en mag er geen kunstmest en gangbare, chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt tijdens het productieproces. Producten met het Demeter en EKO-keurmerk voldoen ook aan de eisen van Europees biologisch keurmerk.
  • FSC is het keurmerk voor duurzame bosbouwproducten. Om het keurmerk te mogen gebruiken, moeten producenten het product laten testen door een onafhankelijke organisatie. Producenten betalen voor het mogen gebruiken van het logo.
  • Het Soil Association Organic-keurmerk geeft aan dat het product biologisch is verbouwd. Er zijn geen kunstmatige meststoffen en pesticiden gebruikt, en genetisch gemodificeerde organismen zijn verboden.
  • Oeko-Tex Standard 100 is een wereldwijd test- en certificeringssysteem voor textiel. Producenten van producten waar textiel in zit kunnen hun textiel laten testen bij een gecertificeerd bedrijf om aan te tonen dat de textiel die verkocht gaat worden voldoet aan de criteria van Oeko-tex standard 100. De Oeko-tex standard 100 heeft lijsten met welke chemische stoffen wel en niet in het kledingstuk voor mogen komen en in welke concentratie. Zo wordt textiel getest op de aanwezigheid van verboden kleurstoffen, kankerverwekkende stoffen, stoffen die voor een allergie zouden kunnen zorgen, zware metalen, etc. Textiel met een Oeko-tex Standard 100-label geeft dus alleen informatie over de afwezigheid van bepaalde (concentraties van) chemische stoffen in het product dat je koopt. Het zegt niks over welke chemische stoffen gebruikt zijn in de productieketen.

Beweringen en waarschuwingen

Soms staan er op een etiket teksten als ‘met fluoride’ of ‘zonder parfum’ of ‘parabenenvrij’ of ‘dierproefvrij’ of ‘alcoholvrij’. Dit zijn beweringen die producenten zelf op de verpakking zetten. Wil je weten of een chemische stof wel of niet in een product zit, check dan het etiket.

Op etiketten staat vaak ook wat een persoonlijk verzorgingsproduct doet, waarom het werkt. Producenten kunnen niet zomaar een claim op de verpakking zetten. Zij moeten claims met testresultaten kunnen onderbouwen. Dit hoeft geen wetenschappelijk onderzoek te zijn. Vaak test een producent een product op een groep vrijwilligers. Zij geven aan wat ze van het product vinden en of het werkt. Dus of een crème rimpels vermindert of een tandpasta je tanden witter maakt.

Op het etiket van persoonlijke verzorgingsproducten kan je onderstaande (waarschuwings)symbolen tegenkomen:

  • CE-markering staat voor Conformité Européenne. Het is een merkteken waarmee een producent duidelijk maakt dat zijn product voldoet aan de Europese wetgeving rondom veiligheid, gezondheid, milieu en consumentenbescherming. Het product kan met succes een eventuele keuring doorstaan. Voor de meeste consumentenproducten is een keuring niet verplicht. Let wel op, sommige Chinese producenten verkopen producten met een CE-teken (China Export) dat lijkt op het Europese CE-teken. Meer informatie en de verschillen tussen de twee logo’s vind je op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

  • Dit symbool geeft aan dat de gebruiker de gebruikersaanwijzing moet raadplegen.
  • Dit symbool geeft aan dat het product is bedoeld voor eenmalig gebruik. Gebruik het product dus niet opnieuw.
  • Dit symbool geeft aan dat de gebruiker de gebruiksaanwijzing moet raadplegen voor belangrijke veiligheidsinformatie, zoals waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen.
  • Dit symbool geeft aan dat je het product niet moet gebruiken als de verpakking beschadigd is.
  • Dit symbool geeft de batchcode van de producent waarmee de batch of partij kan worden geïdentificeerd.
  • Naast dit symbool worden de naam en contactgegevens van de producent vermeld.
  • Sommige producten met zo'n symbool leveren bij opname via de mond of huid en bij inademen direct irritatie op, sommige producten kunnen schadelijk zijn.
  • Product kan gemakkelijk vlam vatten als het in contact komt met een ontstekingsbron (brandende sigaret, lucifer, vonk). Zowel vaste stoffen, vloeibare stoffen als gassen kunnen ontvlammen.
  • Product kan bij opname via de mond of de huid of bij inademen mogelijk kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk zijn voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.
  • Producten die schadelijk zijn voor de organismen als ze in het milieu terechtkomen. Deze producten kunnen bijvoorbeeld sterfte van vissen of bijen veroorzaken.

Bewaren en weggooien

Weggooien

Persoonlijke verzorgingsproducten kan je bij het restafval weggooien. Lege plastic verpakkingen gooi je weg bij het plastic verpakkingsafval, glas in de glasbak en karton bij het oud papier. Meer informatie over het weggooien van producten vind je op de website van Milieu Centraal.

Bewaren

Op het etiket van persoonlijke verzorgingsproducten staat vaak geen houdbaarheidsdatum. Wel is te lezen hoe lang je een product na opening kan bewaren. Dit staat vaak aangegeven met een houdbaarheidssymbool (zie hieronder).

Hoe een verzorgingsproduct verpakt is, bepaalt ook hoe lang je een product kan bewaren. Producten die in luchtdichte verpakkingen zitten, zoals tubes en knijpflessen, bederven minder snel. Crèmes in potjes die je openschroeft, bederven eerder omdat daar lucht bij komt en je er steeds met je vingers in gaat.

Op het etiket van persoonlijke verzorgingsproducten kan je onderstaande symbolen tegenkomen:

  • Dit symbool, een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M, staat voor het aantal maanden dat het product na opening houdbaar is.
  • Dit symbool geeft de datum aan waarna het product niet meer gebruikt mag worden.
  • Dit symbool betekent dat je het product niet door het toilet mag spoelen, maar moet weggooien bij het restafval.
  • Dit symbool geeft aan dat je het product niet moet blootstellen aan zonlicht.
  • Dit symbool geeft aan dat je het product droog moet houden.
  • Dit symbool is het Grüne Punkt logo. De Grüne Punkt geeft aan dat er door de producent is meebetaald aan de verwerking van het afval dat het verpakkingsmateriaal met zich meebrengt. Het maakt deel uit van de Duitse wet. In Duitsland moet dit logo op verpakkingen van het product staan. Producenten van producten die in Nederland op de markt komen, moeten ook verantwoordelijkheid nemen voor de verwerking van het afval van verpakkingen maar er is geen logo aan gekoppeld.