In het kort

Zinkoxide is een wit poeder. Het is een dat bestaat uit zink en zuurstof. In de natuur kan zinkoxide ontstaan door verbranding van het metaal zink, maar meestal maken producenten het op een kunstmatige manier. Zinkoxide zit in veel verschillende persoonlijke verzorgingsproducten, zoals zonnebrandproducten, talkpoeder en huidcrèmes. Daarnaast zit het in voedingssupplementen, UV-beschermende kleding, tandheelkundig cement, rubber en keramiek.

Waarom zit deze stof in producten?

In kan zinkoxide voorkomen als UV-filter of als kleurstof. Zinkoxide kan goed licht absorberen, waardoor het je huid beschermt tegen schadelijke UV-straling. Je huid neemt zinkoxide bijna niet op. Zinkoxide blijft dus op je huid liggen en vormt zo een UV-werend laagje op je huid. 

Zinkoxide zit ook vaak als kleurstof in persoonlijke verzorgingsproducten en is dan aangeduid als CI 77947 of CI white 4. 

Naast UV-filter of kleurstof zit zinkoxide in producten als huidbeschermende stof, antibacteriële stof, vulmiddel, anti-roestmiddel of als schimmelbestrijder. Afhankelijk van de functie van zinkoxide in een product, kan zinkoxide soms voorkomen in de vorm van nanodeeltjes. Dat is dan aangeduid op de verpakking als zinkoxide (nano). 

Is deze stof veilig?

Bij op de huid zijn consumentenproducten met zinkoxide .

Meer informatie

Witte kleur

Als er in een product zinkoxide zit, dan heeft het product een witte kleur. Een bekend voorbeeld hiervan is zonnebrandcrème met zinkoxide. Als je dat op je huid smeert, blijft er door de zinkoxide vaak een witte waas achter. 

Wettelijk maximum

Zinkoxide is toegestaan in cosmetica als kleurstof en als UV-filter. Volgens de wet mag de hoeveelheid zinkoxide die als UV-filter werkzaam is in zonnebrandproducten maximaal 25% zijn. Dit is vastgelegd in de Europese Cosmeticaverordening (1223/2009/EG).

Wat is het verschil tussen zinkoxide en zinkoxide (nano)?

Zinkoxide heeft een kenmerkende witte kleur. Als zinkoxide uit kleinere deeltjes bestaat wordt de term ‘(nano)’ toegevoegd. Deze kleine zinkoxide (nano)deeltjes geven geen witte kleur, maar zijn wel geschikt als UV-filter. De toevoeging ‘(nano)’ moet erbij staan als de stof voor meer dan de helft (>50%) uit dergelijke kleine deeltjes bestaat. Deze toevoeging kan je altijd terugvinden op het etiket. In zonnebrandproducten kan zowel zinkoxide als zinkoxide (nano) zitten. In het eerste geval wordt je huid een beetje wit na het insmeren, met nano zinkoxide gebeurt dit niet. Met nano zinkoxide kun je in zonnebrandproducten een hogere beschermingsfactor (SPF) bereiken dan met gewoon zinkoxide. Er is maar een beperkt aantal vormen van zinkoxide nanodeeltjes toegestaan in cosmetica. Dit is wettelijk vastgelegd.

Zinkoxide zit niet in sprays

In sprays mag geen zinkoxide of zinkoxide (nano) zitten. Sprays zoals zonnebrandspray produceren hele kleine druppeltjes die je makkelijk inademt en zo in je longen krijgt. Onder wetenschappers is nog discussie over hoe risicovol het inademen van zinkoxide en zinkoxide (nano) is. Daarom mag er in sprays geen zinkoxide zitten. Wanneer je zinkoxide in nanovorm op de huid smeert komt de stof bijna niet in het lichaam terecht, omdat de huid de stof bijna niet opneemt. Hierdoor vormt zinkoxide in nanovorm geen voor de gezondheid.