In het kort.
Hormonen zijn signaalstoffen die je lichaam zelf aanmaakt. Ze geven via het bloed signalen door naar organen in je lichaam. Zo blijven allerlei processen in het lichaam in evenwicht. Sommige lichaamsvreemde stoffen waarmee we in aanraking komen, kunnen het evenwicht in het hormoonsysteem verstoren. Deze stoffen noemen we hormoonverstorende stoffen. Ze kunnen schadelijk zijn voor je gezondheid. Of dat zo is, hangt af van de hoeveelheid hormoonverstorende stoffen die je binnenkrijgt en de levensfase waarin je ze binnenkrijgt. Zwangeren, baby’s en kinderen in de puberteit zijn extra gevoelig voor hormoonverstoring. Zij lopen daarom meer op gezondheidseffecten bij een hoge blootstelling aan hormoonverstorende stoffen.
Waarom zit deze stof in producten?.
Zowel chemische als kunnen hormoonverstorend werken.
Sommige van deze stoffen maken en gebruiken we bewust, bijvoorbeeld in medicijnen. Veel vrouwen slikken bijvoorbeeld “de pil”. De stoffen daarin verstoren de hormonen die de eisprong regelen. Ze zorgen ervoor dat je tijdelijk niet zwanger kunt worden. Dat is dus een gewenste verstoring van het hormonale evenwicht in je lichaam.
Andere hormoonverstorende stoffen zijn niet gemaakt om het hormoonsysteem te verstoren. Ze zitten om andere redenen in producten. Bijvoorbeeld als weekmaker om ervoor te zorgen dat plastic niet te hard is, als vlamvertrager om de verspreiding van vuur tegen te gaan, of als om producten langer goed te houden.
Welke hormoonverstorende stoffen kunnen in consumentenproducten zitten?
In veel consumentenproducten die je gebruikt kunnen kleine hoeveelheden hormoonverstorende stoffen zitten. Bekende voorbeelden van hormoonverstorende stoffen die in producten kunnen zitten, zijn bisfenol A (BPA), ftalaten, parabenen en lysmeral.
Nog niet alles is bekend over hormoonverstoring en hormoonverstorende stoffen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft criteria opgesteld om te kunnen bepalen of een stof een hormoonverstorend is. Toch weten we voor veel stoffen nog niet of ze hormoonverstorend zijn. Dit komt omdat er veel informatie nodig is om dat vast te kunnen stellen. Op dit moment zijn er een aantal stoffen waarvan in Europa wordt onderzocht of ze hormoonverstorend zijn. Voorbeelden hiervan zijn BHT en geraniol.
Is deze stof veilig?.
Volgens wetenschappelijke studies draagt blootstelling aan hormoonverstorende stoffen mogelijk bij aan het ontstaan van schadelijke gezondheidseffecten. Of hormoonverstorende stoffen schadelijk zijn voor je gezondheid, hangt onder andere af van de hoeveelheid stoffen die vrijkomen uit producten die je gebruikt en hoeveel je vervolgens binnenkrijgt. Ook de levensfase waarin je een hormoonverstorende stof binnenkrijgt, bepaalt of die stof schadelijk is voor de gezondheid. Zwangeren, baby’s en kinderen in de puberteit zijn extra gevoelig voor hormoonverstoring. Zij lopen daarom meer risico op gezondheidseffecten bij een hoge blootstelling aan hormoonverstorende stoffen. Dit komt doordat hormonen tijdens deze levensfases erg belangrijk zijn voor processen in het lichaam. Denk aan ontwikkelingen van het ongeboren kind of tijdens de puberteit.
Blootstelling aan hormoonverstorende stoffen is niet per definitie schadelijk. Voor zover bekend krijg je bij van consumentenproducten niet te veel hormoonverstorende stoffen binnen. Toch weten we nog maar weinig over hormoonverstoring en hormoonverstorende stoffen. Er is meer onderzoek nodig om beter inzicht te krijgen in dit onderwerp.
Welke effecten kunnen hormoonverstorende stoffen hebben?
Voorbeelden van mogelijke schadelijke gezondheidseffecten zijn onvruchtbaarheid, aangeboren afwijkingen, overgewicht, hart- en vaatziekten, diabetes, stofwisselingsziekten, en sommige soorten kanker. Bij het ontstaan van ziekte spelen veel factoren een rol. Denk aan erfelijke aanleg, leefstijl en voeding. Veel ziektes ontstaan door een combinatie van verschillende factoren.
Kunnen hormoonverstorende stoffen schadelijk zijn voor kleine kinderen?
Baby’s en kinderen zijn volop in de groei en in ontwikkeling. Dat maakt ze extra kwetsbaar voor hormoonverstorende stoffen. Of blootstelling aan een stof schadelijk is, hangt af van de hoeveelheid die iemand binnenkrijgt. Voor zover bekend, krijgt een kind bij normaal gebruik van consumentenproducten niet te veel hormoonverstorende stoffen binnen.
Zijn hormoonverstorende stoffen schadelijk voor het ongeboren kind?
Ook ongeboren baby’s zijn volop in de groei en in ontwikkeling. Er is daarom een risico voor de gezondheid als je tijdens de zwangerschap te veel hormoonverstorende stoffen binnenkrijgt. Hoe groot dit risico precies is, onderzoeken wetenschappers momenteel.
Voor nu is het advies om het binnenkrijgen van een hoge hoeveelheid mogelijk hormoonverstorende stoffen te voorkomen als je zwanger bent: ‘alles met mate’. Dit betekent als je zwanger bent:
Gebruik consumentenproducten volgens de gebruiksaanwijzing. Warm bijvoorbeeld geen plastic bakjes op in de magnetron als ze daar niet voor zijn bedoeld.
Vermijd situaties waarin je langdurig dezelfde stoffen binnen kunt krijgen, zoals het schoonmaken met grote hoeveelheden schoonmaakmiddel.
Als je gaat verven, probeer dan het inademen van de verfdamp zo veel mogelijk te vermijden en ventileer goed. Laat liever iemand anders verven die niet zwanger is.
Volg de adviezen uit folder ‘Zwanger!’.
Meer informatie.
Wat zijn hormonen?
Hormonen zorgen voor evenwicht in alle processen in het lichaam. Hormonen zijn heel belangrijk. Ze bepalen bijvoorbeeld onze eetlust of lichaamstemperatuur. Hormonen regelen ook je vruchtbaarheid en zwangerschap. Via het bloed bereiken hormonen alle plekken in het lichaam. Zo komen ze bij de organen die ze aansturen. Hormonen geven seintjes af aan de organen. Organen komen daardoor in actie, bijvoorbeeld door extra suiker op te nemen uit het bloed. Als de opname voldoende is, geeft het orgaan een seintje terug. Daardoor wordt de aanmaak van suiker weer verminderd. Zo wordt het evenwicht in het lichaam behouden.
Voorbeelden van hormonen zijn:
Testosteron en oestrogeen: Dit zijn geslachtshormonen die onder andere de mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken bepalen en de lichamelijke ontwikkeling tijdens de puberteit.
Insuline en glucagon: Deze hormonen zorgen ervoor dat je een goede hoeveelheid suiker in je bloed hebt, niet te veel en niet te weinig.
Schildklierhormonen: Deze hormonen zijn onder andere belangrijk voor de lichaamstemperatuur en voor een goede stofwisseling. Tijdens de stofwisseling zet ons lichaam voedsel om in energie. Daarnaast zijn schildklierhormonen erg belangrijk voor de groei van het lichaam en de hersenen.
Wanneer is er een hormoonverstorende werking?
Chemische en natuurlijke stoffen in consumentenproducten kunnen een hormoonverstorende werking hebben. Ze verstoren dan het evenwicht in het hormoonsysteem. Ons lichaam kan heel wat schommelingen in het evenwicht van het hormoonsysteem aan zonder schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Het lichaam herstelt het evenwicht in de hormoonhuishouding meestal goed. Een hormoonverstorende stof heeft dan geen hormoonverstorende werking. Een hormoonverstorende stof heeft een hormoonverstorende werking als deze de hormoonhuishouding in het lichaam zo erg in de war brengt dat er gezondheidseffecten optreden.
Wat zegt de wet over hormoonverstorende stoffen?
Volgens Europese wetgeving is het niet wenselijk dat er hormoonverstorende stoffen in consumentenproducten zitten. Ze moeten vermeden worden of mogen maar beperkt worden gebruikt. De Nederlandse overheid ondersteunt dit door het beleid voor hormoonverstorende stoffen aan te scherpen en door het uitvoeren van onderzoek.
Voor een aantal bekende hormoonverstorende stoffen zijn er al strenge regels over de toegestane hoeveelheid in consumentenproducten. Sommige stoffen zijn zelfs verboden in bepaalde consumentenproducten. Meer informatie hierover kun je lezen op de stofpagina’s van bisfenol A (BPA), parabenen, ftlaten en lysmeral.
Meer informatie over hormoonverstorende stoffen
Meer informatie over hormoonverstorende stoffen is te vinden op de website hormoonverstorende stoffen van het RIVM.