In het kort.
Weekmakers zorgen ervoor dat hard plastic en rubber soepel en buigzaam zijn. Sommige weekmakers kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Voor deze weekmakers zijn er binnen Europa verschillende regels. Deze regels zorgen ervoor dat producenten het gebruik van weekmakers beperken. Ook zorgen de regels ervoor dat je niet in aanraking komt met schadelijke hoeveelheden.
Waarom zit deze stof in producten?.
Weekmakers zorgen ervoor dat plastic en rubber soepel en buigzaam zijn. Weekmakers zitten in veel producten van plastic en kunststof. Denk bijvoorbeeld aan (voedsel)verpakkingen, speelgoed, plakband, vinyl vloeren, elektrische snoeren, tuinslangen, opblaasbare voorwerpen, douchegordijnen, regenkleding, regenlaarzen en de plastic opdrukken op T-shirts. Daarnaast kunnen weekmakers ook in andere (niet-plastic) producten zitten, zoals nagellak en shampoo.
Is deze stof veilig?.
Weekmakers kunnen uit producten vrijkomen. Bij van deze producten zullen dat kleine hoeveelheden zijn. Het gebruik van deze producten is dan niet schadelijk voor je gezondheid.
Producenten gebruiken verschillende chemische stoffen als weekmaker. Het meest bekend zijn ftalaten. Alle ftalaten zijn weekmakers, maar niet alle weekmakers zijn ftalaten. Verschillende ftalaten hebben invloed op de vruchtbaarheid en op de ontwikkeling van de foetus. Sommige ftalaten hebben ook invloed op het hormoonsysteem. Zwangeren (de foetus), baby’s en jonge kinderen lopen meer door blootstelling aan ftalaten. Daarom is het gebruik van een aantal ftalaten wettelijk verboden of beperkt in verschillende producten, waaronder speelgoed en kinderverzorgingsproducten.
Let op dat baby’s en jonge kinderen producten die niet voor ze bedoeld zijn ook niet in hun mond stoppen. Deze producten kunnen nog ftalaten bevatten. Door het sabbelen op deze producten kunnen kinderen toch ftalaten binnenkrijgen.
Meer informatie.
Blootstelling aan weekmakers verminderen
Je kunt met weekmakers in aanraking komen. Bijvoorbeeld wanneer je verschillende producten gebruikt die deze stoffen bevatten. Dit kan gebeuren via direct (huid)contact met producten waarin weekmakers zitten, maar ook bijvoorbeeld via huisstof. Er zijn manieren om minder in aanraking te komen met weekmakers. Dit kan bijvoorbeeld door minder producten van zacht plastic te kopen of te gebruiken. Regelmatig stofzuigen en je huis goed luchten helpt ook.
Wat zegt de wet over weekmakers?
Sommige ftalaten kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom zijn er binnen Europa verschillende regels over het gebruik van ftalaten als weekmakers in producten. Zo zijn meerdere ftalaten verboden, of mogen ze in bepaalde producten alleen in zeer kleine hoeveelheden zitten. Een beperking van ftalaten onder de 0,1% is in de praktijk gelijk aan een verbod omdat ftalaten in zulke lage hoeveelheden niet meer bruikbaar zijn als weekmaker.
Er zijn regels over het gebruik van ftalaten voor de volgende producten:
Speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen: hierin mogen de ftalaten DEHP, DBP, BBP, DIPB, DINP, DIDP en DNOP alleen in kleine hoeveelheden (<0,1%) zitten.
Persoonlijke verzorgingsproducten: een aantal ftalaten, waaronder DEHP, DBP, BBP, DIBP, DHP, DIPP en DIOP, zijn verboden.
Plastic : voor een aantal ftalaten, waaronder DEHP, DBP, BBP, DINP en DIDP, is vastgelegd waarvoor ze gebruikt mogen worden. Ook is vastgelegd hoeveel van een ftalaat dan maximaal mag vrijkomen in het voedsel.
Kleding, kledingaccessoires, en andere textielproducten die in contact komen met de huid en schoeisel: er mogen alleen hele kleine hoeveelheden (<0,1%) van bepaalde ftalaten, waaronder DIPP, DPP en DHP, in zitten.
Overige consumentenproducten, zoals zwembandjes voor kinderen, vloeren, matrassen en kantoorbenodigdheden: deze producten mogen niet meer dan 0,1% van de ftalaten DEHP, DBP, BBP en DIBP bevatten.
Elektrische en elektronische apparatuur: hierin mogen de ftalaten BBP, DBP, DEHP en DIBP alleen in kleine hoeveelheden (0,1%) zitten.
Gebruik als ingrediënt in mengsels voor consumenten, zoals verven, coatings en lijmen: van ftalaten die schadelijk zijn voor de voortplanting mag er niet meer dan 0,3% in zitten.
Een aantal ftalaten staat op de autorisatielijst van het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA) voor zeer zorgwekkende stoffen. Europese bedrijven mogen deze ftalaten niet gebruiken, tenzij ze na een autorisatieaanvraag toestemming hebben gekregen om ze nog tijdelijk te mogen gebruiken.
Alternatieve weekmakers voor ftalaten die nu beperkt of verboden zijn
Tegenwoordig gebruiken producenten nog steeds ftalaten bij het maken van nieuwe producten. Dit zijn andere ftalaten dan de ftalaten waarvoor het gebruik is beperkt of verboden. Over deze alternatieve ftalaten is vaak nog niet veel bekend, omdat deze nog niet goed zijn onderzocht. Van sommige alternatieve ftalaten wordt op basis van de structuur wel verwacht dat deze ook schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Als dit inderdaad blijkt uit onderzoek, zal ook het gebruik van deze ftalaten beperkt of verboden worden.
Verder gebruiken producenten ook weekmakers die geen ftalaat zijn, zoals ATBC en TXIB. Volgens de huidige kennis lijkt het risico voor de gezondheid laag als je producten met deze alternatieve weekmakers gebruikt.