In het kort

Plastic is goedkoop, gaat lang mee en wordt in heel veel producten gebruikt. Tijdens het gebruik van producten komen de meeste chemische stoffen die in plastic zitten niet zomaar vrij. Bij zijn producten gemaakt van plastic . Het gebruik van plastic heeft nadelen. Zo vind je plastic afval in het milieu en valt het plastic afval na verloop van tijd uiteen in microplastics. Naar de van microplastic wordt op dit moment veel onderzoek gedaan.

Waarom zit deze stof in producten?

Elke dag gebruik je veel producten die van plastic zijn gemaakt. Plastic heeft als voordeel dat het sterk en licht van gewicht is. Producenten kunnen plastic in allerlei vormen gieten, persen of blazen. Ze kunnen er zelfs vezels voor textiel van maken.

Plastic zit bijvoorbeeld in je telefoon, speelgoed en verpakkingsmateriaal. Ook rioleringsbuizen en regenkleding zijn vaak van plastic gemaakt. Voor al die producten zijn er verschillende soorten plastic. Er is dus niet zomaar één plastic dat elke keer op dezelfde manier wordt gemaakt. Er zijn verschillende soorten plastics, elk met zijn eigen samenstelling en eigenschappen.

Afhankelijk van de gewenste eigenschappen van het product worden er chemische stoffen aan plastic toegevoegd ( ). Het geeft plastic bijvoorbeeld een bepaalde kleur, maakt het buigzaam of zorgt ervoor dat het minder brandbaar is. Zie voor meer informatie over deze additieven het kopje ‘Meer informatie’.

Veelgebruikte soorten plastic

ABS

Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS) is een veelgebruikt hard plastic dat moeilijk te buigen is. Het zit in plastic onderdelen van telefoons, speelgoed en huishoudelijke apparaten, zoals televisies.

PE, HDPE en LDPE

Polyetheen (ook met de oudere term polyethyleen aangeduid of PE) is een plastic dat in allerlei producten zit, zoals luiers, maandverband en kunstgras. Uit PE kan je hoge-dichtheid polyethyleen (HDPE, ook afgekort als PE-HD) en lage-dichtheid polyethyleen (LDPE, ook afgekort als PE-LD) maken. HDPE is een ondoorzichtig en dik materiaal. Het zit veel in speelgoed, shampooflessen, emmers en in bijvoorbeeld flessen waar vruchtensap in zit. LDPE is een zachter materiaal. Producten als vershoudfolie, boodschappentassen en sommige knijpflessen zijn van LDPE gemaakt.

PA

Polyamide (PA) is een plastic waar bijvoorbeeld babyflessen van zijn gemaakt. PA zit ook in textiel als regenkleding, zwemkleding, panty’s, touwen, vlaggen en vloerkleden.

PC

Polycarbonaat (PC) is een sterk en doorzichtig plastic. Van PC worden verschillende producten gemaakt, zoals dvd’s en mobiele telefoons. In PC kan bisfenol A (BPA) zitten. BPA is een chemische stof, die effect kan hebben op de vruchtbaarheid en de hormoonhuishouding.

PES en PPSU

Polyethersulfon (PES) en polyfenylsulfon (PPSU) zijn net als PC een sterk en doorzichtig plastic. Ze worden vaak als vervanger van PC gebruikt. Ze zitten bijvoorbeeld soms in babyflessen. Voor het maken van PES en PPSU kan bisfenol S (BPS) worden gebruikt. BPS is een chemische stof die veel lijkt op BPA. BPS heeft vergelijkbare schadelijke eigenschappen als BPA: het kan schadelijk zijn voor de vruchtbaarheid en kan effect op het hormoonsysteem hebben. Daarnaast kan BPS schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Voor voedselcontactmaterialen geeft de wet aan dat de hoeveelheid BPS die vrij mag komen onder een bepaalde grens moet blijven.

PET 

Polyethyleentereftalaat (PET of PETP) is een dun en vaak doorzichtig plastic. Hiervan worden waterflessen en frisdrankflessen, de bekende PET-flessen, gemaakt. PET wordt ook gebruikt om textiel van te maken. Je vindt het bijvoorbeeld in regenkleding en fleecevesten.

PLA

Polymelkzuur (PLA) is een plastic. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt als verpakkingsmateriaal voor voedsel en als filament voor 3D-printers.

PP

Polypropeen, ook wel polypropyleen genoemd, (afgekort PP) is een hard maar flexibel plastic. Het wordt gebruikt in plastic meubelen, auto-onderdelen en jerrycans. Ook babyflessen en broodtrommels worden vaak van dit materiaal gemaakt. Ook in mondkapjes, luiers, tampons en touwen wordt PP gebruikt.

PS

Polystyreen (PS), ofwel piepschuim, is een lichtgewicht plastic dat goed isoleert en water afstoot. PS wordt onder andere gebruikt in verpakkingsmateriaal en isolatiemateriaal.

PVC

Polyvinylchloride (PVC) is een plastic dat wordt gebruikt als alternatief voor hout en beton. PVC is een goedkope en makkelijk bewerkbare vorm van plastic. Ook opblaasbare zwembadjes, regenkleding en zacht plastic speelgoed, zoals poppen, kunnen van PVC zijn gemaakt.

PUR

Polyurethaan (PUR) wordt gebruikt voor het maken van verschillende soorten hard of rubberachtig plastic. Voorbeelden hiervan zijn: matrassen, tapijt, isolatiemateriaal, skateboardwielen, schoenzolen, huishoudelijke apparaten, zoals koelkasten, en auto-onderdelen, zoals bumpers.

Melaminekunststof

Melaminekunststof (vaak verkeerd afgekort als melamine) is sterk en hard plastic en licht van gewicht. Ook kan het goed tegen zure voedingsmiddelen en dranken. Keuken- en tafelgerei, zoals broodtrommels en drinkbekers, kan gemaakt zijn van melaminekunststof. Andere producten waar melaminekunststof in kan zitten, zijn vloeren, meubels, constructiematerialen, papier- en kartonproducten en elektronische apparaten.

Is deze stof veilig?

Producten gemaakt van plastic zijn bij normaal gebruik veilig. Aan plastic worden vaak chemische stoffen (additieven) toegevoegd om eigenschappen van het plastic te verbeteren. Bijvoorbeeld om plastic soepel te maken of de verspreiding van brand te vertragen. Deze additieven komen niet zomaar los tijdens het gebruik van het product.

Het gebruik van plastic heeft nadelen. Zo vind je plastic afval op het land, in oceanen, zeeën en rivieren. Als dieren grotere stukken plastic binnenkrijgen, kunnen ze last krijgen van darmblokkades of verstikking. Plastic valt na verloop van tijd uiteen in microplastics, door bijvoorbeeld slijtage van zwerfafval of van plastic producten die je gebruikt Er bestaan zorgen over de mogelijk invloed van microplastics op de gezondheid en het milieu. Op dit moment wordt er veel onderzoek naar gedaan.

Meer informatie

Voorbeelden van additieven

Voorbeelden van additieven, chemische stoffen die worden toegevoegd aan plastic, zijn: 

  • Weekmakers: deze zorgen ervoor dat het plastic soepel is, zoals bijvoor-beeld bij een tuinslang. 

  • : deze zorgen ervoor dat het plastic minder zwaar is, bijvoor-beeld bij verpakkingsmiddelen en isolatie PUR-schuim

  • Kleurstoffen: deze geven het plastic een kleur, zoals bij speelgoed. 

  • UV-stabilisatoren: deze voorkomen verkleuring van het plastic door de zon en zorgen ervoor dat het plastic zijn sterkte niet verliest. 

  • Vlamvertragers: deze worden bijvoorbeeld in het omhulsel van elektrische apparaten gebruikt. Ze vertragen de verspreiding van brand.  

  • : dit zijn chemische stoffen die voorkomen dat , zoals schimmels en bacteriën, het plastic aantasten.

Zijn additieven schadelijk voor de gezondheid?

Sommige van deze additieven hebben mogelijk een schadelijk effect op de gezondheid. Maar een groot deel van deze additieven zit tijdens het gebruik van het product vast in het plastic en zal er bijna niet uit vrijkomen. Sommige additieven kunnen ‘los’ in het plastic zitten en mogelijk wel vrijkomen. Dit betekent dat ze naar het oppervlak van het plastic kunnen bewegen en dat je er dan mee in aanraking kan komen. Dit kan gebeuren als je het plastic aanraakt met je huid of als de stof vanuit het verpakkingsmateriaal terechtkomt in voedsel. In de wet voor bijvoorbeeld speelgoed en producten die in contact komen met voedsel, zoals babyflessen, is vastgelegd hoeveel van een stof mag vrijkomen zonder dat het schadelijk is voor je gezondheid. 

Hoeveel van een stof kan vrijkomen uit het plastic hangt van verschillende factoren af, bijvoorbeeld van de temperatuur of zuurgraad. Of bijvoorbeeld van het vetgehalte van het verpakte product. Het is daarom belangrijk om producten te gebruiken volgens de aanwijzingen van de producent. 

Wat zegt de wet over plastic? 

Producten gemaakt van plastic moeten voldoen aan de Europese richtlijn Algemene productveiligheid (2001/95/EG). Dit houdt in dat producenten en importeurs verplicht zijn om ervoor te zorgen dat producten veilig zijn voor consumenten bij normaal gebruik. Daarnaast moeten de producten ook voldoen aan de REACH Verordening (1907/2006/EG), waarin het gebruik van chemische stoffen (bijvoorbeeld kleurstoffen als additieven in plastic) is vastgelegd. 

Er zijn speciale regels voor voedselcontactmaterialen. Dat zijn verpakkings-materialen voor levensmiddelen en gebruiksartikelen, zoals bestek en keuken-apparatuur. Die kunnen van plastic zijn en er kunnen additieven in zitten die mogelijk in het voedsel terechtkomen. Er zijn Europese Verordeningen die eisen stellen aan voedselcontactmaterialen (1935/2004/EG) en richtlijnen bieden voor plastics in voedselcontactmaterialen (10/2011/EU). Deze zijn verwerkt in het Warenwetbesluit Verpakkingen en Gebruiksartikelen (WVG).  

Sinds juli 2021 geldt er een Europese richtlijn met strenge eisen voor plastic wegwerpproducten, zoals drinkbekers, bestek, rietjes en wattenstaafjes (2019/904/EU). Deze richtlijn heeft het doel om het zwerfafval van plastic te verminderen, zodat er minder microplastics ontstaan. 

Kunststof identificatiecodes

De identificatiecode (nummer 1 t/m 7 in een driehoek van pijlen) geeft het type plastic in verpakkingsmaterialen aan (zie onderstaande afbeelding). Er staat vaak ook een afkorting van de naam van het gebruikte plastic bij. Zo kan de afvalverwerking het plastic op de juiste wijze verzamelen en hergebruiken. Soms kan je op een product ook deze identificatiecode vinden.

  • Code 1: PET of PETE

    Code 1: PET of PETE
  • Code 2: HDPE of PE-HD

    Code 2: HDPE of PE-HD
  • Code 3: PVC of V

    Code 3: PVC of V
  • Code 4: LDPE of PE-LD

    Code 4: LDPE of PE-LD
  • Code 5: PP

    Code 5: PP
  • Code 6: PS

    Code 6: PS
  • Code 7: Overig of O

    Code 7: Overig of O