Wat moet je weten?

Bestrijdingsmiddelen kunnen , zoals onkruidbestrijdingsmiddelen, of , zoals muizengif, zijn. Sommige biociden worden niet gebruikt om ongedierte te bestrijden, maar om ze af te weren, zoals anti-muggenmiddel. Ook met sommige diergeneesmiddelen, zoals anti-vlooienmiddel, kan je plagen bestrijden.

Waarom zitten er chemische stoffen in bestrijdingsmiddelen?

De van een is meestal een chemische stof en soms een . Naast de werkzame stof zitten er in een bestrijdingsmiddel nog hulpstoffen. Als er geen chemische stoffen in bestrijdingsmiddelen zouden zitten, dan zouden ze niet werken.

Aan welke eisen moeten bestrijdingsmiddelen voldoen?

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden moeten zijn toegelaten door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden ( ). Toegelaten bestrijdingsmiddelen kan je vinden in de toelatingendatabank van het Ctgb. Diergeneesmiddelen moeten zijn toegelaten door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), afdeling Bureau Diergeneesmiddelen. Toegelaten diergeneesmiddelen vind je in de diergeneesmiddeleninformatiebank.

Bij de toelating beoordelen de instanties of de bestrijdingsmiddelen voldoen aan eisen op het gebied van veiligheid, effectiviteit en milieubelasting. Alle landen in de Europese Unie moeten ervoor zorgen dat deze eisen nageleefd worden. Voor gewasbeschermingsmiddelen zijn de eisen vastgelegd in de Verordening 1107/2009/EU, voor biociden in Verordening 528/2012/EU en voor diergeneesmiddelen in Verordening 2019/6/EU.

Voorzorgsmaatregelen

Gebruik een bestrijdingsmiddel altijd volgens de aanwijzingen op de verpakking of bijsluiter. Zo weet je zeker dat je het product gebruikt. Zie de tips voor specifieke voorzorgsmaatregelen die je kan nemen om veilig met bestrijdingsmiddelen te werken.

Ingrediënten

Bestrijdingsmiddelen kunnen heel verschillend zijn. Je kan ze voor verschillende doelen gebruiken en in elk middel zitten andere ingrediënten. Veel voorkomende ingrediënten zijn: een werkzame stof, oplosmiddelen en hulpstoffen. Al deze chemische stoffen hebben een eigen functie in het product.

Chemische stoffen in bestrijdingsmiddelen die vragen oproepen

  • Biociden als alfachloralose en anticoagulantia zijn bestrijdingsmiddelen die in muizengif gebruikt kunnen worden. Beide stoffen zijn zeer giftig.

  • Natriumhypochloriet en waterstofperoxide worden vaak gebruikt om micro-organismen, zoals algen, schimmels, bacteriën of virussen, te doden. Beide stoffen kunnen irritatie aan huid of ogen veroorzaken.

  • Sommige insectafwerende stoffen, zoals DEET, zijn niet geschikt voor baby’s, jonge kinderen en zwangere vrouwen. Een te hoge blootstelling aan DEET kan door schadelijke effecten op het zenuwstelsel leiden tot vergiftigingsverschijnselen.

  • Organische zuren worden vaak gebruikt als werkzame stof in onkruidbestrijdingsmiddelen. Ze beschadigen elke plant waarmee ze in contact komen maar kunnen ook schadelijk zijn voor je huid, ogen, lichtwegen en het milieu.

  • Metaldehyde is een gewasbeschermingsmiddel dat soms voorkomt in slakkenkorrels. Het zorg ervoor dat slakken dood gaan, maar is een erg giftige stof die ook schadelijk kan zijn voor mensen.

Tips

Lees het etiket

Wees voorzichtig bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Lees voor gebruik altijd het etiket met de gevaarsymbolen en volg de voorzorgsmaatregelen op. Op de verpakking of bijsluiter staat de gebruiksaanwijzing. Als je die volgt, weet je zeker dat je het product veilig gebruikt.

Goed ventileren

Voor veel bestrijdingsmiddelen geldt dat je de ruimte waarin je werkt goed moet ventileren. Zo adem je minder schadelijke stoffen in.

Buiten bereik van kinderen

Houd bestrijdingsmiddelen buiten bereik van kinderen.

Informatie op het etiket

Keurmerken

Er zijn geen keurmerken of certificeringen speciaal voor bestrijdingsmiddelen.

Beweringen en waarschuwingen

Toelatingsnummer

Bestrijdingsmiddelen kan je herkennen aan het toelatingsnummer op het etiket:

  • Het toelatingsnummer van een gewasbeschermingsmiddel bestaat in Nederland uit 5 cijfers gevolgd door de letter N. Bijvoorbeeld 12345N.

  • Het toelatingsnummer van een biocide bestaat in Nederland uit 5 cijfers gevolgd door de letter N, of een nummer dat begint met NL met daarna 7 cijfers, een streepje en nog 4 cijfers. Ook kan het middel zijn toegelaten in alle lidstaten in de Europese Unie. Deze toelating (die dus ook voor Nederland geldt) begint met EU. Daarna volgen 7 cijfers, een streepje en nog 4 cijfers. Bijvoorbeeld 12345N, NL-1234567-0000 of EU-1234567-0000.

  • Diergeneesmiddelen hebben een REG NL-nummer. Dit toelatingsnummer bestaat uit de letters REG NL gevolgd door 4 tot 6 cijfers. Bijvoorbeeld REG NL 1234.

Gevaarsymbolen

Op de verpakking van producten met gevaarlijke ingrediënten staan gevaarsymbolen. Het is belangrijk om te weten wat deze symbolen betekenen, zodat je het product veilig kan gebruiken. Het gaat om ruitvormige symbolen met de kleuren rood, wit en zwart, die aangeven of een product giftig is, snel vlam vat of schadelijk is voor het milieu. Op het etiket van oude verpakkingen staan soms nog oranje gevaarsymbolen. Op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit vind je meer informatie over gevaarsymbolen.

Waarschuwingszinnen

Op etiketten van bestrijdingsmiddelen lees je vaak H- en P-zinnen. Dit zijn waarschuwingszinnen uit de Europese . H-zinnen geven gevaren, (in het Engels ‘hazards’) aan. P-zinnen geven aan dat je voorzorgsmaatregelen moet treffen (‘precautions’). Een voorbeeld van een H-zin is: Zeer licht ontvlambaar. Een voorbeeld van een P-zin is: In goed gesloten verpakking bewaren. Of: Buiten bereik van kinderen houden. Op sommige (oude) verpakkingen van voor 2015 staan soms nog R-zinnen en S-zinnen. Een overzicht van alle waarschuwingszinnen is te vinden op de website van het RIVM.

Bewaren en weggooien

Bestrijdingsmiddelen gooi je weg bij het klein chemisch afval. Je kan het inleveren bij de milieustraat van je gemeente.

Meer informatie over het weggooien van producten vind je op de website van Milieu Centraal.