Wat moet je weten?

Kleding wordt vaak gemaakt van katoen, polyester en elastaan. Elastaan is beter bekend als spandex of lycra. Daarnaast worden ook synthetische vezels gebruikt, zoals viscose (kunstzijde), polyamide (nylon), acryl, en natuurlijke vezels, zoals wol (merino, kasjmier, schaap), leer en zijde. Knopen en ritsen zijn vaak gemaakt van plastic of metaal. Onder accessoires vallen riemen, handschoenen, handtassen, sieraden, mutsen en haarbanden. Deze worden vaak ook gemaakt van leer, plastic, goud, zilver en zware metalen.

Waarom zitten er chemische stoffen in kleding en accessoires?

Zonder chemische stoffen heb je geen kleding en accessoires. Allereerst geven chemische stoffen vorm aan het product. Ook zijn chemische stoffen nodig om kleding en accessoires te kunnen maken. Bovendien zorgen chemische stoffen er voor dat je kleding en accessoires in goede staat blijven als je ze draagt en wast.

Kleding zonder chemische stoffen zou bijvoorbeeld kleurloos zijn. Maar ook beschermt een jas je dan niet tegen de regen, krimpt je kleding na de eerste wasbeurt, kan je geen shirts kopen met leuke prints erop of bederft je kleding tijdens vervoer over de wereld.

Chemische stoffen verbeteren dus je kleding en maken je kleding mooier. Ze hebben een duidelijke functie. Het zijn kleurstoffen, waterafstotende stoffen, anti-kreuk en anti-krimp middelen of stoffen.

De productie van natuurlijke vezels en chemische stoffen

Om van een vezel tot kledingstuk te komen, zijn veel stappen nodig. Eerst worden bijvoorbeeld ruwe textielvezels geproduceerd, zoals katoen en wol. Bij het telen van katoen worden vaak bestrijdingsmiddelen gebruikt. Van de ruwe textielvezels worden garens gemaakt, om een stof mee te weven. Vaak worden tijdens het vervoer en opslaan van de geweven stoffen bestrijdingsmiddelen gebruikt om te voorkomen dat schimmels, parasieten of insecten de stof aantasten. Dieren waarvan de wol afkomstig is, zoals schapen, geiten en konijnen, worden vaak behandeld met een anti-parasieten middel. Deze bestrijdingsmiddelen worden bij het maken van de kleding eruit gewassen. In het uiteindelijke kledingstuk zijn ze verdwenen of in zulke kleine hoeveelheden aanwezig dat ze niet meer gemeten kunnen worden.

De productie van synthetische textielvezels en chemische stoffen

Bij het produceren van synthetische textielvezels worden ook chemische stoffen gebruikt. Voorbeelden zijn oplosmiddelen bij het maken van garen en chemische stoffen die ervoor zorgen dat een geweven stof niet statisch is of minder snel kreukt.

Na het produceren van garen wordt daarmee een stof geweven (textiel). Dit textiel krijgt nog allerlei behandelingen met chemische stoffen. Het wordt dan zachter, krimpt niet, stoot water af of wordt gebleekt of geverfd. Vaak worden er ook nog prints op het textiel gedrukt. In prints van plastic kunnen weekmakers en zware metalen zitten. Kleding die wordt verscheept of langere tijd wordt opgeslagen, krijgt vaak een behandeling met bestrijdingsmiddelen om te voorkomen dat schimmels, parasieten of insecten de kleding aantasten.

Aan welke eisen moeten kleding en accessoires voldoen?

Het is goed om te weten dat kleding of stof die je koopt om zelf kleding mee te maken moet voldoen aan de Warenwet en aan Europese wetgeving. Daarnaast moet kleding voldoen aan de Europese Textielverordening (1007/2011/EU). Deze verordening verplicht producenten om labels te gebruiken zodat duidelijk is van welke vezels de kleding gemaakt is (katoen, polyester, lycra, nylon, wol, acryl, zijde, etc.). Sinds 1 november 2020 gelden er extra regels voor gevaarlijke stoffen zoals formaldehyde, benzeen, azo-kleurstoffen en zware metalen in textiel. Als regenkleding voor meer dan 80% uit textiel bestaat, moet het ook voldoen aan de Europese Textielverordening.

Kleding en accessoires moeten ook voldoen aan de Europese wetgeving voor het gebruik van chemische stoffen, de REACH Verordening (1907/2006/EG). In deze wet is vastgelegd welke chemische stoffen (en in welke hoeveelheid) in de producten mogen zitten.

Sommige kleding wordt behandeld met chemische stoffen, zodat het bijvoorbeeld een antibacteriële functie krijgt. Het gebruik van dit soort chemische stoffen is vastgelegd in de Europese Biocidenverordening (528/2012/EU).

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving door bedrijven.

Kledinglabel

In alle kledingstukken zit een ingenaaid label. Daarop staat vaak hoe je de kleding moet wassen, waar de kleding gemaakt is en van welke textielvezels een kledingstuk gemaakt is. Een producent mag niet zomaar iets op het label zetten. Daar zijn regels voor. Koop je kleding online, dan kan je het label niet bekijken. Vaak staat dan wel kort beschreven waar een jas, shirt, broek of schoen van gemaakt is. Sommige kleding, denk bijvoorbeeld aan sokken, heeft geen ingenaaid label. Bij aankoop zit er wel een etiket aan. Daarop kan je lezen van welke textielvezels de sokken zijn gemaakt.

Duurzame kleding

Steeds vaker is er kleding van duurzame kledingmerken te koop. De kleding van deze merken is niet altijd beter. Het verschilt per merk waar de nadruk op ligt. Het ene merk heeft aandacht voor dierenwelzijn bij de productie van kleding. Een ander merk focust op het maken van kleding gemaakt van biologisch katoen. Een ander recyclet oude kleding met het oog op het milieu. Of een merk verzekert eerlijke afspraken (fair trade) tussen wol- en katoenboeren en kopers van deze producten. Winkelketens hebben ook vaak hun eigen duurzame merkenlijn.

Voorzorgsmaatregelen

Een kleine groep mensen is allergisch voor kleurstoffen in kleding en accessoires. Hun huid raakt geïrriteerd en soms krijgen ze last van eczeem. Vaak gaat het dan om een allergie voor een blauwe kleurstof. Deze kleurstof geeft een kledingstuk een diepe blauwe, paarse, zwarte of bruine kleur. Ben je allergisch, vermijd dan donker geverfde kleding en strak zittende kleding. Soms helpt het om de nieuwe kleding eerst te wassen.

Een geïrriteerde huid wordt niet altijd veroorzaakt door een kleurstof. Sommige mensen krijgen irritaties van synthetische kleding, door de anti-kreukmiddelen en in nieuwe kleding of door het wasmiddel dat ze gebruiken.

Ingrediënten

Chemische stoffen in kleding die vragen oproepen

In kleding zitten veel chemische stoffen die geen vormen voor de gezondheid. Over de veiligheid van een kleine groep chemische stoffen in kleding is er discussie. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn:

  • Kleurstoffen: De naam zegt het al, deze chemische stoffen zorgen ervoor dat je kleding en accessoires een leuke kleur hebben. Sommige mensen zijn allergisch voor bepaalde kleurstoffen.

  • Weekmakers: Dit zijn olieachtige stoffen die aan bijvoorbeeld rubberen laarzen of regenkleding worden toegevoegd, om de laarzen en regenkleding soepel en buigzaam te maken. Ze kunnen ook voorkomen in de dikke prints op bijvoorbeeld T-shirts. Van sommige weekmakers weten we dat ze schadelijke effecten kunnen hebben op de gezondheid en is er discussie of het gebruik daarvan verminderd zouden moeten worden.

  • Zware metalen: Dit zijn bijvoorbeeld lood, cadmium, arseen, kwik, koper, kobalt, magnesium en chroom. Ze worden soms gebruikt in verven om kleding van prints te voorzien en kunnen in kleine hoeveelheden in sieraden voorkomen. In echt leer kan een hele kleine hoeveelheid chroom-6 zitten. Chroom-6 kan buiten de Europese Unie gebruikt zijn bij het bewerken van dierenhuiden voor het maken van leer. Sommige metalen kunnen schadelijk zijn wanneer je er te veel aan wordt blootgesteld.

  • Waterafstotende coatings: Regenjassen hebben ze vaak een coating of een membraan dat in de stof is verwerkt om ze waterdicht te maken. Naast bijvoorbeeld PVC kunnen hiervoor ook PFAS worden gebruikt. Dit is een groep chemische stoffen met onder andere water- en vuilafstotende eigenschappen. Voor een aantal van de stoffen uit deze groep is er discussie over de mogelijke schadelijke effecten van de stoffen voor je gezondheid.

Tips

Lees het label

Wil je weten van welk materiaal je kleding gemaakt is en waar het vandaan komt, bekijk dan het ingenaaide label aan de binnenkant van je kleding of het etiket op de verpakking van bijvoorbeeld je sokken. Mocht je vragen hebben over het gebruik van chemische stoffen in kleding, stel je vraag aan de producent of importeur van het product. Op het label of etiket staat wie dat is.

Nieuwe kleding gekocht? Was het voor gebruik!

Uit onderzoeken blijkt dat verschillende chemische stoffen nog aanwezig kunnen zijn in kleding die in de winkels hangen. Omdat je over een groot deel van je lichaam kleding draagt, kan je deze chemische stoffen via je huid binnenkrijgen. Was nieuwe kleding daarom altijd voordat je het aantrekt. Zeker als het direct contact met je huid heeft, zoals ondergoed, hemden, broeken en T-shirts. Zo was je mogelijk achtergebleven chemische stoffen eruit.

Veilig kleding online kopen?

Koop je kleding online, dan kan je het ingenaaide label niet bekijken. Wel staat vaak kort beschreven van welk materiaal jassen, shirts, broeken of schoenen zijn gemaakt. Koop je kleding online, weet dan dat webshops in de EU-lidstaten zich aan Europese regels moeten houden. Koop je via een webshop van buiten de EU, dan gelden er andere eisen voor de kleding. Je weet dan niet hoe het product is.

Informatie op het etiket

Keurmerken

Op het etiket van kleding kan je onderstaande keurmerken tegenkomen. Op de website van Milieu Centraal vind je meer informatie over keurmerken in een keurmerkenwijzer.

  • Het Bluesign is een Zwitsers keurmerk dat kijkt naar de chemische stoffen die gebruikt worden in de productieketen van textiel. Bluesign stimuleert producenten om zo duurzaam mogelijk en met zo min mogelijk (schadelijke) chemische stoffen te werken. Om een Bluesign label te krijgen wordt een kledingstuk onderzocht op de duurzaamheid en de gebruikte chemicaliën tijdens het productieproces en in het eindproduct.
  • Producten en diensten die het ECO-label krijgen zijn minder belastend voor het milieu op het gebied van grondstoffen, energie, water, schadelijke stoffen, afval en verpakking. Met dit label probeert de EU consumenten en bedrijven bewuster te maken van hun consumptie en productie.
  • Het Global Organic Textile Standard (GOTS) keurmerk is een wereldwijde standaard voor organische (biologische) textieltextielvezels. Het heeft als doel te garanderen dat een kledingstuk op een biologische wijze is geproduceerd, van het oogsten van de ruwe materialen, tot voor milieu- en fabrieksmedewerker verantwoordelijke productie.
  • Het Nordic Swan Ecolabel is een Scandinavisch label wat strikte milieuregels en het gebruik van chemische stoffen handhaaft in de hele levenscyclus van een product (van productie tot en met gebruik).
  • Oeko-Tex Standard 100 is een wereldwijd test- en certificeringssysteem voor textiel. Producenten van producten waar textiel in zit kunnen hun textiel laten testen bij een gecertificeerd bedrijf om aan te tonen dat de textiel die verkocht gaat worden voldoet aan de criteria van Oeko-tex standard 100. De Oeko-tex standard 100 heeft lijsten met welke chemische stoffen wel en niet in het kledingstuk voor mogen komen en in welke concentratie. Zo wordt textiel getest op de aanwezigheid van verboden kleurstoffen, kankerverwekkende stoffen, stoffen die voor een allergie zouden kunnen zorgen, zware metalen, etc. Textiel met een Oeko-tex Standard 100-label geeft dus alleen informatie over de afwezigheid van bepaalde (concentraties van) chemische stoffen in het product dat je koopt. Het zegt niks over welke chemische stoffen gebruikt zijn in de productieketen.
  • Dit keurmerk geeft aan dat niet-medische mondkapjes aan bepaalde eisen voldoen. Zo is bijvoorbeeld getest of je er goed doorheen kunt ademen, of het goed op je gezicht zit en of er geen chemische stoffen in zitten die misschien niet goed voor je zijn.

Beweringen en waarschuwingen

In kleding gemaakt van synthetische textielvezels, zoals polyamide (nylon) en polyester, staat vaak de waarschuwing ‘keep away from fire’. Dit betekent dat je met deze kleding uit de buurt van vuur moet blijven. Dat is omdat deze textielvezels geen vlam vatten bij brand, maar smelten en dan ernstige brandwonden veroorzaken.

De term ‘nickel free’ die soms op verpakkingen van sieraden staat, geeft aan dat ze voor mensen met nikkelallergie veilig te dragen zijn.

Bewaren en weggooien

Kleding, schoenen en accessoires die je niet meer draagt of gebruikt, kun je inleveren bij een textielbak of kledingbak.

Meer informatie over het weggooien van producten vind je op de website van Milieu Centraal.