In het kort

Oppervlakteactieve stoffen, zoals niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen, weken vuil los van bijvoorbeeld textiel of je huid. Bij zijn producten met niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen .

Waarom zit deze stof in producten?

Niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen zitten in was- en reinigingsmiddelen, zoals afwasmiddel, vaatwastabletten, wasmiddel, bleek en gootsteenontstopper.

Water alleen is vaak niet voldoende om wasgoed en vaat schoon te krijgen. Soms blijven er waterdruppels liggen op dat wat je schoon wil krijgen. Oppervlakteactieve stoffen verlagen de van het water. Zo zorgen deze stoffen ervoor dat bijvoorbeeld wasgoed en de vaat goed vochtig worden. Ook weken oppervlakteactieve stoffen het vuil los. En zorgen ze ervoor dat het vuil opgelost blijft in het water.

Niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen werken goed in koud water. Niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen zitten vaak samen met anionogene oppervlakteactieve stoffen in producten, omdat ze elkaars werking versterken.

Is deze stof veilig?

Bij normaal gebruik zijn producten met niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen veilig. Bij verkeerd gebruik, bijvoorbeeld als je deze stof veel en vaak op je huid krijgt, tasten ze het vettige laagje van je huid aan. Daardoor kun je last krijgen van een droge en gevoelige huid.

Meer informatie

Wat zegt de wet over niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen?

Voor de Europese Unie staat in de Europese Detergentenverordening (648/2004/EG) dat alle oppervlakteactieve stoffen in was- en reinigingsmiddelen moeten zijn.